noorwegen-2021.reismee.nl

Zaterdag 25 september Oslo - Frederikshaven - Bavel

Vandaag is dan echt de laatste dag van onze vakantie in Noorwegen. We hoeven ons pas om 12.45 uur bij de boot te melden, dus we hebben de hele ochtend nog de tijd in Oslo. Dus maar op tijd opgestaan om de laatste keer lekker uitgebreid te ontbijten, thuis zal de weegschaal wel wat overgewicht opgeven.

Daarna de laatste keer de koffer ingepakt en deze alvast naar de auto gebracht. En dan nog even de stad in om te shoppen. Walter had mooie glazen kandelaars gezien die hij graag als souvenir wilde meenemen, die zijn we dan ook maar eerst gaan halen. Gelukkig vlak bij de parkeergarage zodat we niet de hele ochtend met die zware dingen moesten sjouwen. En daarna weer teruggelopen, zonder jas, het was echt prachtig weer in Oslo. Strakblauwe lucht en lekker warm.

En dat was maar goed ook, want er was Oslo Byfestival.

De hele stad stond vol met kraampjes, alle winkels verkochten hun spullen met flinke kortingen, soms wel tot 70%. Het was dan ook ontzettend druk in de binnenstad van Oslo. Ik heb dan ook nog 2 mooie truien gekocht, soms moet je jezelf verwennen.

Om half twaalf zijn we nog lekker gaan lunchen op een terrasje, dat leek mij leuker en lekkerder dan op de boot. Maar dan is toch echt het einde daar, we moeten naar de boot. Eerst nog even tanken, dan kunnen we vannacht tenminste nog flink doorrijden. En daarna naar de boot waar we als snel konden inchecken. Ook mochten we al vroeg de boot op, dat is fijner dan anderhalf uur in je auto moeten wachten.

Snel wat spullen naar de hut gebracht, die zit er altijd standaard bij, en daarna naar het achterdek gelopen. Daar hebben we zalig in de zon gezeten met een wijntje erbij. Genieten van de laatste blikken op Oslo.

Om 14.15 uur varen we weg, op naar Frederikshaven in Denemarken. Maar eerst nog een mooie tocht door de Oslofjord die we helemaal af moeten varen. Niet zo mooi als de andere fjorden die we gezien hebben, maar toch de moeite waard. De kliffen zijn hier niet zo hoog, meer glooiend met overal huizen en haventjes. Ook varen lange tijd 3 waterscooters achter de boot aan, springend in de golven die door onze grote boot gemaakt worden.

Op een gegeven moment ging het wat meer waaien en werd het toch wel kouder, dus de boot maar eens gaan ontdekken. Er waren meerdere restaurants aanwezig, we boekten een tafel in het steakrestaurant. Tot die tijd wat zitten lezen in de lounge met prachtig uitzicht op zee en het laatste eind van de Oslofjord. Het was heel helder weer, je zag continue de kustlijn. En dan niet van Noorwegen maar van Zweden.

Om half zes zijn we gaan eten, wel op tijd maar dan kon Walter daarna gaan slapen in de hut. Dit zodat hij ’s nachts uitgerust zou zijn om te rijden. Ik heb de avond doorgebracht in de lounge met een boek, en met kijken naar de medepassagiers. Daar zit met wel wat tussen hoor, er wordt een hoop gezopen op zo’n boot, niet normaal. En dan te bedenken dat de meeste met de auto de boot af moeten rijden. Ik ben toch wel blij dat wij dat anders doen.

Om half een ’s nachts komen we in Frederikshaven aan, zonder controle bij de douane kunnen we vertrekken. En dan begint de autoreis naar Nederland, die zou ongeveer 9-10 uur duren. Gelukkig is het heel rustig ’s nachts en kan je vooral in Duitsland lekker doorrijden. Ik heb heel Denemarken liggen slapen, dus dat schiet op. Rond zes uur het stuur overgenomen van Walter zodat hij ook nog even kon slapen. En dan rijden we om 9 uur Bavel weer binnen, het zit erop.

Wat is ons nou het meest opgevallen in Noorwegen:

  • De Noren zijn ontzettend vriendelijk. Ze zijn trots op hun land en geschiedenis. Ze zijn tolerant en praten (bijna) allemaal heel goed Engels. Dit leren ze al op jonge leeftijd op school.
  • Autorijden in Noorwegen is heel relaxed. De maximale snelheid ligt niet zo hoog en de meesten houden zich ook aan deze snelheid. Wegennet is goed, alles staat goed aangegeven.
  • Iedereen stopt voor je bij een oversteekplaats, dat zijn we in Nederland niet gewend.
  • Het is een schoon land. Er ligt weinig troep op straat, toiletten zijn schoon. Tafels in restaurants worden na gebruik schoongemaakt met desinfectans.
  • Je kan er erg lekker eten, helaas wel duur. In ieder restaurant krijg je meteen een karaf water op tafel, zelfs als je alleen een wijntje besteld op een terras. Voorgerecht en hoofgerecht worden wel snel achter elkaar uitgeserveerd. Het hoofgerecht bestaat bijna altijd uit een stukje vlees of vis, groenten en een aardappelgerecht op een bord. Zelfs bij de Italiaan. De restaurants zijn heel divers, Italiaans, Chinees, Indiaas, Thais, noem maar op.
  • Contant geld heb je niet nodig. Alles kan je met een bank- of creditkaart betalen.
  • Het voelt als een veilig land, we hebben ons nergens onveilig gevoeld op straat.
  • Stavanger heeft ons als stadje het meest aangesproken. Een leuk haventje met mooie houten panden, volop terrasjes aan de haven. Gezellige winkelstraten.
  • Is Noorwegen voor herhaling vatbaar: Zeker weten!!

Vrijdag 24 september Oslo

En dan is toch nog heel snel onze laatste dag in Noorwegen aangebroken, morgenmiddag zitten we op de boot naar Denemarken. Maar eerst nog een dag genieten in de prachtige stad Oslo.

Het weer is helaas wat minder vandaag, bewolkt en af en toe een kleine regenbui. Maar al met al mogen we helemaal niet klagen, we hebben de afgelopen drie weken over het algemeen prachtig weer gehad.

We begonnen onze dag in Akerhus Festing, een van de belangrijkste bezienswaardigheden van Oslo.

In 1299 gaf koning HÃ¥kon V opdracht tot het bouwen van een vesting om de stad Oslo te beschermen tegen gevaar van buitenaf. De vele aanvallen op de stad vroegen om een flinke versterking op deze strategische plek. Akerhus Festing ligt dan ook op een prachtige plek aan de rand van de stad, uitkijkend over de Oslofjord.

In 1592 bouwde Christiaan IV er een groot fort omheen, hij liet het kasteel ook verbouwen in Renaissance stijl. Zowel het kasteel als de vesting waren eeuwenlang een succesvolle verdediging tegen buitenlandse aanvallen, met name uit Zweden. In de opvolgende eeuwen werd Akerhus steeds groter en aangepast naar de wensen uit die tijd. Ook latere aanvallen op de vesting mislukten totdat de Nazi’s in 1940 het kasteel zonder gevecht in handen kregen. Zij maakten er hun Noorse hoofdkwartier van.

Het terrein is nog steeds deels van defensie, het Norwegian Defense University College bevindt zich nog steeds op het terrein. Mooi om te zien was ook dat er een gigantisch groot militair schip in de haven lag, wij denken van Duitse afkomst. Er was een ceremonie aan boord waarbij mariniers betrokken waren, altijd leuk om te zien. Vanuit de vesting zag je goed het verschil tussen de oude en nieuwe tijd op defensiegebied. Het kasteel is alleen in het weekend geopend voor publiek maar het fortgebied is wel toegankelijk.

Daarna doorgelopen naar de wijk Aker Brygge die aan de andere kant van de haven ligt. Meer dan honderd jaar geleden was dit de plek van de grootste scheepswerf van Noorwegen. Nu is het een van de modernste delen van Oslo met winkels en restaurants. Het is ook een van de duurste wijken van Oslo om te wonen. Aan de wandelboulevard hebben we een kop koffie gedronken.

Daarna naar het Nobel Vredescentrum gelopen, we wilden het museum daar bezoeken. Maar er was een Food Festival aan de gang, georganiseerd door het Vredescentrum. Het museum zou dus pas na 16 uur beschikbaar zijn voor toeristen.

Daarom maar doorgelopen naar Viking Planet, een interactief museum over het leven van de Vikingen. Om daar te komen liepen we langs het Raadhuis, een prachtig gebouw waar net een pas getrouwd paar naar buiten kwam. Helaas was het toen net begonnen te regenen dus we hebben niet lang buiten gestaan om foto’s te nemen.

Viking Planet was wel heel interessant en leuk opgezet. Er was bijvoorbeeld een Virtual Reality deel waarbij je op een Vikingschip zat dat werd aangevallen en waarbij je uiteindelijk ook werd neergeslagen. Ik had nog nooit zo’n bril opgehad maar dat is echt ontzettend leuk. Welke kant je ook opkijkt, je zit in een heel andere wereld. Je ziet verder niets meer, zelfs niet wie er naast je zit of je eigen handen die je voor je ogen beweegt. Heel leuk gedaan. Verder waren er meerdere films te zien over het leven van de Vikingen, er waren hologrammen die je lieten zien hoe men er in die tijd uitzag. Wij zien de Vikingen vooral als plunderaars en moordenaars en dat waren ze natuurlijk ook. Maar ze waren ook ontdekkingsreizigers en handelsmannen, dat wordt vaak vergeten. En die helmpjes met die horentjes erop hadden ze ook niet die komen uit Hollywood. Al met al een heel leuk museum.

Daarna even teruggelopen naar Aker Brygge om een broodje te eten. En toen met de tram naar Vigeland Park. Tijdens deze rit zagen we pas hoe mooi de stad Oslo is, vol met prachtig gedecoreerde huizen, niet van hout maar veelal van steen. En heel goed onderhouden.

Vigeland Park staat ook wel bekend als Frogner Park. Het is vernoemd naar de kunstenaar Gustav Vigeland. In het park vind je meer dan 200 sculpturen die tussen 1907 en 1942 door deze kunstenaar zijn gemaakt en ontworpen. Ook het park zelf is ontzettend mooi met een grote vijver, grote gazons en bloeiende bloemen.

In 1921 sloot de stad Oslo een overeenkomst met Vigeland: tegen overname van al zijn bestaande en nog uit te voeren werk kreeg hij gratis een huis en atelier. We zijn het park binnengegaan door de hoofdingang, een prachtige entree. Hier staat ook het beeld van Vigeland zelf met hamer en beitel in zijn hand. Dan loop je via een lange laan verder het park in. Langs deze laan staan vele, bronzen beelden. Allen van naakte mensen in verschillende levensfases, van geboorte tot dood. Een van de bekendste beelden is die van het Boze jongetje of Sinnataggen in het Noors. Ik heb hem wel gefilmd maar Walter heeft er geen foto van gemaakt omdat hij het een lelijk jongetje vond. Hij wist dan ook niet dat dit een van zijn bekendste werken is.


Daarna kom je bij het oudste deel van het park. Hier staat een fontein met daaromheen 20 beeldengroepen, combinaties van mensen en bomen. De boom is voor Vigeland het symbool van wedergeboorte en eeuwig leven. Prachtige beelden in brons en gietijzer.

Via trappen kom je bij een enorme monoliet, 17 meter hoog. Hij is gemaakt uit één brok graniet en werd pas vlak voor Vigeland’s dood in 1943 voltooid. Drie beeldhouwers hebben hier 13 jaar aan gewerkt. Ze zijn bovenaan begonnen en werkten van daaruit naar beneden toe. Op de pilaar vind je 121 figuren die naar boven lijken te kruipen. Om de monoliet heen staan 36 granieten beeldengroepen die opnieuw de levenscyclus uitbeelden, prachtig om te zien.

Daarna zijn we nog even naar het Vigeland museum gegaan, hier zie je hoe al deze beelden tot stand zijn gekomen. Vanaf de eerste tekening tot gipsen uitbeeldingen. Dat was een mooie afsluiting.

Daarna met de tram weer teruggegaan naar Aker Brygge waarna we naar het hotel terug zijn gegaan. Even bijkomen voordat we vanavond gaan eten, even de voeten laten rusten. We lopen heel wat af op zo’n dag. Maar vanavond nog één keer genieten van een lekker restaurantje, het eten op de boot morgen zal wel heel wat minder zijn.


Donderdag 23 september Oslo

Na al het mooie weer van de afgelopen tijd zijn we gewend geraakt aan een zonnetje op de vroege ochtend. Helaas was dat vandaag anders, het was een stuk kouder, bewolkt en kans op regen. Maar niet alleen in Oslo is het weer een stuk minder. We zagen vanmorgen op het Noorse journaal dat er aan de westkust heel veel storm staat. De hoge brug bij de Atlantic Road was vanmorgen afgesloten voor verkeer, een bus met Engelse toeristen mocht er niet overheen ivm de sterke wind. Dan hebben wij toch wel erg geboft deze vakantie.

We hebben een Oslo City Pass aangeschaft. Hiermee hebben we onbeperkt openbaar vervoer en gratis toegang tot ruim 30 musea en attracties. Met dit koude, regenachtige weer besloten we dan ook om er een museumdagje van te maken.

We wilden met de veerboot naar het schiereiland Bygdøy gaan, hier vind je meerdere musea. Bij de haven aangekomen moesten we ongeveer 20 minuten wachten dus maar even wat rondgelopen. En dan zien we daar het Nobel Fredssenter liggen, ofwel het Nobel Vredescentrum, dit instituut is gewijd aan de nobelprijs voor de vrede. Iedere vrijdag zou hier een duif losgelaten worden om het goede nieuws te laten zien dat de wereld vooruit gaat. Moeten we toch morgen terugkomen.

Daarna met de veerboot naar Bygdøy gevaren, Oslo ligt aan de Oslofjord, waar we als eerste naar het Vikingskipshuset zijn gegaan. In dit museum worden drie vikingschepen tentoongesteld die werden gevonden in grafheuvels uit de Vikingtijd.

In 1867 werd bij Rolvsøy het eerste Vikingschip gevonden, het Tuneschip. Dit snelle schip werd gebouwd in 910 en is niet meer in erg goede staat.
In een andere zaal vind je het Gokstadschip, gebouwd in 890 en zeer zeewaardig. Na tien jaar is dit schip gebruikt als graf voor een Vikingleider. Dit schip is de grootste van de drie schepen hier en werd gevonden in 1880. De kostbaarheden die een rijk man meekreeg bij zijn begrafenis zijn niet teruggevonden, die zijn waarschijnlijk lang geleden al geroofd.

Het mooiste schip van dit museum is het Osebergschip. Dit is nog heel goed bewaard gebleven. Dit schip werd in 820 gebouwd en zit vol met prachtig snijwerk. In 834 werd het schip gebruikt voor de begrafenis van twee belangrijke Vikingvrouwen. Ook uit dit schip zijn de kostbaarheden verdwenen, wel is er kleding en gereedschap aangetroffen. Helaas was het museum waar deze vondsten liggen al gesloten, in oktober wordt het hele museum gesloten voor renovatie, het zal pas is 2025 weer heropend worden.

Daarna doorgelopen naar het Kon-Tiki museum. Dit museum is gewijd aan de Noor Thor Heryerdahl.

Thor Heyerdahl is één van de beroemdste ontdekkingsreizigers uit de geschiedenis. In 1947 stak hij de Stille Oceaan over op het balsahoutvlot Kon-Tiki (Zonnekoning).

Hij is hiermee, samen met vier anderen naar de Frans Polynesische eilanden gevaren. De originele boot vind je in dit museum. Ook ligt hier de rietboot Ra II, hiermee is hij vanaf Marokko de Atlantische Oceaan overgestoken in de jaren ’60. Hij heeft ook nog een andere boot gebouwd, de Tigris. Deze heeft hij na zijn expeditie in brand gestoken als protest tegen de wapenleveringen van ontwikkelde landen aan onontwikkelde landen. Hij was ook verantwoordelijk voor belangrijke archeologische opgravingen op de Galapagos-eilanden en Paaseiland. In het museum vind je allerlei voorwerpen van zijn beroemde expedities, erg interessant.


Daarna de weg overgestoken naar het Fram museum, over de poolexpedities van Roald Amundsen.

Roald Amundsen was een Noorse ontdekkingsreiziger in de poolgebieden. Hij was de eerste mens die de Zuidpool bereikte. De Fram was het eerste schip dat speciaal in Noorwegen werd gebouwd voor poolonderzoek.
Ze werd gebruikt op drie belangrijke expedities: met Fridtjof Nansen op een drift over de Noordelijke IJszee in 1893-1896, met Otto Sverdrup naar de arctische archipel ten westen van Groenland (nu de Nunavut-regio van Canada) in 1898-1902 en met Roald Amundsen naar Antarctica voor zijn Zuidpoolexpeditie in 1910-1912. De Fram is nu gehuisvest en tentoongesteld in het Fram Museum, we kunnen de hele boot doorlopen. Ontzettend mooi schip, helemaal van hout. Doordat ze op de gebogen muren beelden uitzenden van de zee, ijsschotsen enzovoort heb je het idee dat je echt op zee zit.

Heel leuk gedaan en ontzettend interessant om dit alles te zien. Amundsen was niet de enige die naar de zuidpool wilde, in diezelfde tijd voer er ook de brite Robert Falcon Scott die kant op. Amundsen had echter 97 huskyhonden meegenomen om de sleeën te trekken op land, de schot had pony’s meegenomen. Deze waren echter niet opgewassen tegen de kou en het ijs en moesten afgemaakt worden.

Ook vind je hier nog een ander schip. De Gjøa was het eerste schip dat door de gehele Noordwest Passage voer. Roald Amundsen en zijn zes metgezellen bereikten dit in 1903-1906.

De Gjøa werd in 1872 op bestelling gebouwd. Op 28 maart 1901 tekende Roald Amundsen het contract om de Gjøa te kopen. De sloep was vooraf grondig onderzocht en beoordeeld en voor 10.000 Noorse kronen kreeg Amundsen de Gjøa met jachtuitrusting, boten en uitrusting. Diezelfde zomer werd de Gjøa uitgerust voor een testreis in de Noordelijke IJszee. De Gjøa verliet Kristiania op 16 juni 1903 en werd het eerste schip dat door de hele Noordwest Passage voer Deze boot mogen we niet op, maar hij wordt wel tentoongesteld.
Ook vind je hier een fototentoonstelling van Fridtjof Nansen die samen met vijf metgezellen, de eerste was die het binnenland van Groenland overstak. Ze brachten zes weken door met skiën over de ijskap van oost naar west en moesten de winter van 1888-1889 in Godthaab (Nuuk) aan de westkust doorbrengen voordat ze een schip terug naar Noorwegen konden krijgen. Hij heeft van deze expeditie en ook van de latere poolexpedities veel foto’s gemaakt waarvan een deel in dit museum hangen.

Het was ondertussen al bijna twee uur dus tijd voor een broodje. Dit namen we in het café bij het Maritiem museum dat we na de lunch bezocht hebben. Hier vind je de hele geschiedenis van het vervoer over water van Noorwegen. Pronkstuk is een rivierboot van 2200 jaar oud. Verder is er een speciale expositie over plastic afval in de oceaan, vooral gericht op kinderen. Zij zijn tenslotte de toekomst.

Daarna met de bus weer terug naar het centrum Het was ondertussen begonnen te regenen, dus wilden we eigenlijk even terug naar het hotel. Maar omdat we ook langs wat winkels liepen, zijn we er enkele binnengegaan. En toen brak opeens de zon weer door. Dus nog maar even doorgelopen naar de Domkirke, dit is de hoofdkerk van het Evangelisch-Lutherse bisdom.

Gebouwd aan het einde van de 17e eeuw. De oorspronkelijke stenen waarmee deze kathedraal gebouwd is, komen uit Nederland. Het interieur is volledig opgebouwd uit hout. Haakon Magnus van Noorwegen is in 2001 getrouwd met zijn Mette-Marit.

Daarna toch maar naar het hotel gelopen om wat te rusten voordat we vanavond weer ergens gaan eten. Morgen onze, helaas, laatste dag in Oslo en Noorwegen.

Woensdag 22 september Lillehammer - Oslo

We gaan Lillehammer verlaten en vertrekken richting onze laatste bestemming van deze reis: Oslo, de hoofdstad en tevens grootste stad van Noorwegen. Oslo is de naam van de provincie en gemeente die elkaar volledig overlappen.

Kristiana was van 1878 tot 1924 de naam van de Noorse hoofdstad Oslo. Daarvoor, sinds ongeveer 1624, heette de stad Christiana, naar koning Christiaan IV van Denemarken die de oude stad Oslo na de stadsbrand van 1624 weer liet opbouwen. De Noorse wet van 11 juli 1924 noemde de hele stad opnieuw Oslo.

Maar eerst maken we een tussenstop in Hamar, ook bekend van de Olympische Spelen in 1994. In Hamar lag de schaatsbaan die speciaal voor de Olympische Spelen gemaakt is. Van buiten heeft hij de vorm van de onderkant van een Vikingschip. Dit zie je vooral als je van een afstand naar de hal kijkt. De schaatsbaan zelf gaat pas in oktober weer open, we konden dus niet binnen kijken.

Ook zijn we doorgereden naar de overblijfselen van een 950 jaar oude ruïne van een kathedraal. Het bijzondere hiervan is dat de ruïne bewaard wordt onder de grootste glazen constructie van Europa.

De oude Domkerk van Hamar was tot de reformatie de kathedraal van het in 1152 opgerichte bisdom Hamar. In 1567 werd de kathedraal door Zweedse troepen verwoest. Sinds 1998 bevindt de ruïne zich onder een beschermende glasconstructie om verder verval tegen te gaan.
Kosten waren 76 miljoen Noorse kronen die voor het grootste deel door giften bijeen werden gebracht. De glazen constructie is nog steeds in gebruik, er worden kerkelijke plechtigheden gevierd maar er worden ook concerten en toneelstukken opgevoerd. Er is plaats voor 800 bezoekers. Helaas voor ons was de ruïne in september alleen in het weekend toegankelijk, wij hebben dus alleen maar door het glas naar binnen kunnen kijken. Na een kop koffie gedronken te hebben, zijn we verder gereden naar Eidsvoll.

Eidsvoll is in Noorwegen vooral bekend omdat hier op 17 mei 1814 de Grondwet van het land werd aangenomen en ondertekend.

Dat gebeurde tijdens een volksvergadering in de woning van Carsten Anker.
We hebben een rondleiding door de woning gedaan, dat was erg indrukwekkend. Anker was een rijk man, de kamers zijn prachtig gedecoreerd en gerestaureerd. Hij had een schitterende boekencollectie, opmerkelijk was dat er geen Noorse boeken te vinden zijn, wel veel Engels en Deens.
In de boekenkasten zaten ook meerdere verborgen deuren, daarachter vond je nog hele ingerichte kamers. Hij had ook veel personeel, zij woonden en leefden in de kelders. Anker wilde zijn personeel zo min mogelijk zien, hij had daarom overal dubbele muren met een tussenruimte van ongeveer een meter. Middels trappen en verborgen deuren kon het personeel zo zijn hele huis door zonder dat ze gezien worden.
De kelder is niet gerestaureerd. Deze was zo erg vergaan dat om het huis erboven te behouden de hele kelderverdieping opnieuw is gebouwd, wel volledig nagemaakt naar het origineel.

Voor de volksvergadering in mei 1814 waren er afgevaardigden vanuit het hele land uitgenodigd. Dit waren alleen mannen uit de upper-class. Er zaten bijvoorbeeld wel boeren bij maar dan de hele rijke boeren met veel grond en personeel. Noorwegen is een heel langgerekt land en door het slechte weer in de winter had de uitnodiging voor de volksvergadering het uiterste Noorden niet op tijd bereikt. Zij waren dus niet vertegenwoordigt. De Constitution Room ziet er nog hetzelfde uit als toen. Zelfs de eenvoudige banken waarop de volksvertegenwoordigers moesten plaatsnemen, zijn er nog. Alleen zit er nu een stoffen bekleding op de banken om deze te beschermen.

Er is een groot schilderij gemaakt van de vergadering, het origineel hiervan hangt in Oslo in het Stortinget. Grappig hieraan is dat het schilderij 70 jaar na dato pas is geschilderd door iemand die nog niet eens geboren was in 1814.

Na deze erg interessante stop zijn we doorgereden naar Oslo. Voor het eerst deze reis via een snelweg waarop je zowaar 110 km/uur mocht rijden. Nou is het rijden over een snelweg meestal heel saai. Maar wij hebben een groot stuk langs het Mjøsa-meer gereden, het grootste meer van Noorwegen. Dit was toch wel weer een mooi stuk weg.

Ons hotel in Noorwegen zit middenin het centrum met een grote parkeergarage vlakbij. We zijn dan ook nog even het centrum ingelopen. Allereerst kwamen we aan bij Stortinget, hier is het parlement van Oslo werkzaam.

Rondleidingen worden er helaas nog niet gegeven ivm Covid. Het prachtige gebouw heeft zijn oorsprong in het jaar 1860 waarna het officieel in 1866 in gebruik werd genomen.

Daarna doorgelopen naar het Kongelinge Slott ofwel het Koninklijk paleis.

Het paleis ligt in een park, helaas werd er op meerdere plekken verbouwd. Voor het paleis staat een beeld van koning Karl Johan van Noorwegen en Zweden. Het koninklijk paleis is eigendom van de staat en wordt ter beschikking gesteld aan het staatshoofd. Het is dan ook een huis en werkplaats voor de koninklijke familie. Leuk is dat we ook een wisseling van de wacht zien, dit gebeurt op vijf plekken rondom het paleis. Helaas zijn ook alle rondleidingen in het paleis voor dit jaar stopgezet.

Het paleis is een van de belangrijkste gebouwen van het land en een belangrijk symbool van de Noorse geschiedenis na 1814. De bouw begon in 1824, de eerste steen werd gelegd op 1 oktober 1825 door koning Karel III Johan. De bouw duurde ruim 20 jaar en werd pas voltooid na het overlijden van Karel III Johan. Het paleis werd dan ook ingehuldigd door koning Oscar I op 26 juli 1849.

Vanuit het paleis begint de Karl Johans Gate, de belangrijkste straat van Oslo.

Je vindt hier veel ouder historische panden zoals het Nationaal Theater maar ook volop winkels en restaurants. Deze straat werd aangelegd naar aanleiding van de bouw van het koninklijk paleis, hij is vernoemd naar Karel III Johan van Noorwegen.

Het nationaal theater werd geopend op 1 september 1899. Ook hier worden op dit moment geen rondleidingen of voorstellingen gegeven ivm Covid.

’s Avonds hebben we heerlijk gegeten bij Rufino, een Italiaans restaurant. Eindelijk weer even wat Italiaans kunnen praten, dat gaat toch een stuk beter dan Noors.

We overnachten bij Hotell Bondeheimen.


Dinsdag 21 september Lillehammer

Lillehammer is een klein stadje ongeveer 180 km ten noorden van Oslo. De gemeente Lillehammer is op 1 januari 1838 gesticht. Het ligt in de Gunbrandsdalen vallei, een gebied van boeren en agrariërs.

Maar Lillehammer is vooral bekend door de Olympische Winterspelen van 1994. Overal in de stad vind je daar nog sporen van. Zoals ik al geschreven had, ligt de skischans vlak achter ons hotel. Omdat de meeste musea en winkels pas rond 11 uur opengaan, besloten we daar eerst naartoe te gaan.

En dat was echt ontzettend leuk. Vooral omdat er veel schansspringers aan het oefenen waren. Walter heeft even staan praten met een beroepsfotograaf en hij vertelde dat deze springers van tot de top van de Noorse en Duitse schansspringers behoorden, er zaten zelfs Olympische kanshebbers bij voor de spelen van 2022!

Er werd geoefend op 2 schansen. Die van de dames is 90 meter hoog en die van de heren 123 meter. Er ligt nu natuurlijk geen sneeuw, ze springen op kunstgrasmatten die regelmatig gesproeid worden. Naast de schans gaat er een trap omhoog, die zijn wij opgeklommen.

Niet helemaal naar de top maar naar de plek waar de mannelijke springers loskomen van de schans. De trap volgt de glooiing van de baan, dat gaat echt ontzettend steil. Ik heb niet gauw hoogtevrees, maar ik werd toch duizelig als ik naar beneden keek.

Maar wat een ontzettend machtig gezicht om die schansspringers te zien vliegen!! En dan van die enorme hoogte, je moet het maar durven. Het lijkt mij echt doodeng. We zijn hier redelijk lang blijven hangen, je blijft filmen en foto’s nemen als de springers omlaag gaan. Ze gaan zo ontzettend snel dat ze moeilijk te vangen zijn op foto of film. Maar echt, wat was dat indrukwekkend om te zien.

Daarna wilden we naar het Noors Olympisch museum gaan, nu we toch in de sfeer van de winterspelen zitten. Dit zat in een ontzettend groot gebouw met meerdere exposities. We begonnen bij een tentoonstelling over de verzameling Noors antiek van Anders Sandvig. Hij werd in 1862 geboren in Bud in Møre og Romsdal. Hij werkte eerst als leerling bij een juwelier in Kristiansund, waar hij vaak goudwerk voor tandartsen uitvoerde. Hij werd opgeleid tot tandarts in Kristiansund met een latere opleiding aan de Universiteit van Oslo en in Berlijn. Tijdens zijn verblijf in Duitsland werd bij hem tuberculose vastgesteld. In 1885 verhuisde hij naar Lillehammer om een tandartspraktijk te beginnen en zijn herstel te bevorderen. Op dat moment was hij de enige tandarts in Gudbrandsdalen. Tijdens een reis naar Skjåk in 1894 kwam hij tot het besef dat Noorse boeren hun culturele erfgoed nog niet waren gaan waarderen. Hij verwierf zijn eerste huis, een woonhuis gebouwd in 1764 in Skjåk. Het gebouw werd verplaatst naar het grote pand dat hij had in de buurt van Lillehammer. Tegen 1900 had hij zes antiquarische gebouwen en een groot aantal andere objecten. De stad Lillehammer legde een gebied vrij dat bekend staat als Maihaugen en kocht de collectie van Sandvig en richtte in 1904 de Sandvig-collecties op. Deze collecties zijn ontzettend mooi, van meubels tot zilverwerk, van wapens tot speelgoed, kleding, noem maar op. Sandvig werd aanvankelijk aangenomen als onbetaalde curator, maar werd later benoemd tot eerste directeur van het museum. Hij is dan ook de grondlegger van het openluchtmuseum Maihaugen.

Daarna liepen we door naar een ander stuk geschiedenis. Er was een tijdlijn uitgezet van het ontstaan van Noorwegen. Beginnend bij de ijstijd 10.000 jaar geleden loop je naar de steentijd, de ijzertijd, Vikingen, Middeleeuwen met de ziekte de pest. De industriële ontwikkeling, de oorlog met Zweden en Duitsland. Heel mooi aangelegd, meerdere keren met film en geluid.

En toen gingen we dan toch naar het Olympisch deel van het museum. Ook dit was weer met een tijdlijn uitgezet, het begon dus met de Grieken en zo langzaam door naar de huidige tijd. We zien ook nog een film over de spelen van 1928 die plaatsvonden in Amsterdam en Sankt Moritz, Zwitserland. Dit waren de eerste Winterspelen die niet in hetzelfde land als de Zomerspelen werden gehouden.

Maar verder ging het natuurlijk vooral over de Noorse sporters, en dan vooral van de winterspelen. Erg leuk om te zien. En gelukkig staat alles ook in het Engels aangegeven. Noren spreken erg goed Engels, ze krijgen dat dan ook al op school vanaf de leeftijd van 6 jaar.

Omdat het alweer lunchtijd was, hebben we in het museum een broodje gegeten. Daarna zijn we het naastgelegen Maihaugen binnengegaan. Dit is een openluchtmuseum met meer dan 200 historische gebouwen. Je ziet hier hoe men leefde in het Gudbrandsdalen vanaf de middeleeuwen tot ongeveer de jaren ’50. Leuk is ook dat er mensen in kostuums rondlopen die uitleg geven over de gebouwen. Met een QR-code kunnen we meer informatie opzoeken over de gebouwen. Ook kan je sommige gebouwen in of naar binnen kijken door glazen afscheidingen.

Omdat er schoolklassen rondliepen die bij de middeleeuwen gingen beginnen, hebben wij de route andersom gelopen en zijn we dus begonnen in de jaren ’50 en zo verder terug. Er is ook een leuk straatje met winkels en een apotheek uit de begin 1900.

Wat ik heel leuk vond, was dat het huis waarin koningin Sonja is opgegroeid in de jaren ’30 hier ook staat. Het huis werd gebouwd voor de familie Haraldsen en Vinderen in Oslo en werd voltooid in 1935.

Sonja is hier in 1937 geboren en ze heeft hier 31 jaar gewoond, tot aan haar verloving met kroonprins Harald die ze heeft leren kennen in 1959. Pas na 9 jaar kregen ze van Koning Olav V toestemming om te trouwen, Sonja was het eerste burgermeisje in Europa dat met een kroonprins trouwde. Ze verloofden in maart 1968 en trouwden op 29 augustus 1968. Tot hun trouwdag was de woning van Sonja haar ouders één van de weinige plekken waar ze elkaar konden ontmoeten. We kunnen het huis van binnen bezichtigen, het is grotendeels ingericht zoals in 1968, toen Sonja Haraldsen haar ouderlijk huis heeft verlaten. In 2018 werd de eerste verdieping van het huis naar Maihaugen gebracht, het jaar daarop kwam de tweede verdieping. In 2018 heeft het koninklijk paar het huis geopend op Maihaugen.

Daarna slenteren we langzaam terug in de tijd. Het is een ontzettend mooie omgeving om doorheen te lopen met al die oude gebouwen.

Uiteindelijk komen we uit bij de Garmo staafkerk. De staafkerk van Garmo kwam oorspronkelijk uit Garmo in Lom in de provincie Oppland. Ze werd gebouwd rond 1150 op de plaats van een eerdere kerk waarvan men vermoedt dat ze in 1021 door een Vikinghoofdman werd gebouwd. De inventaris van de kerk bestaat uit 17e- en 18e-eeuwse objecten met een preekstoel uit het Romsdal, een dal in de provincie Møre og Romsdal. In 1730 werd de staafkerk uitgebreid tot een kruiskerk in hout. Nadat de nieuwe parochiekerk werd gebouwd in 1879, werd de staafkerk gesloopt en de materialen verkocht op een veiling. In 1882 werd de kerk verkocht aan Anders Sandvig, die de delen naar Lillehammer bracht. De staafkerk werd opnieuw gebouwd in het openluchtmuseum Maihaugen in 1920-1921. Mede door de populariteit van het openluchtmuseum behoort deze staafkerk tot de meest bezochte staafkerken in Noorwegen.


Het was ondertussen al rond drie uur geworden. We besloten naar het centrum te gaan om wat te winkelen. Het was ook echt lekker weer om buiten te lopen, zeker na de kou van gisteren. Vandaag konden we lekker zonder jas (wel in een trui) buiten lopen. Rond half vijf zijn we een wijntje gaan drinken in een gastropub. Hier zijn we blijven hangen, we hadden eigenlijk geen zin om op en neer naar het hotel te gaan. Dus op tijd lekkere fish & chips gegeten en daarna terug naar het hotel. Waar Walter lang heeft moeten denken over welke foto’s hij op de website zal zetten. We hebben vandaag weer zo ontzettend veel foto’s gemaakt. Onder het menu Foto's kan je de overige foto's van deze dag zien.

Morgen vertrekken we naar ons laatste bestemming van deze reis, de hoofdstad Oslo.


Maandag 20 september Trondheim - Lillehammer

Vandaag verlaten we de prachtige westkust van Noorwegen met zijn mooie fjorden, steile kliffen, lieflijke dorpjes met schattige kerkjes om naar het binnenland van Noorwegen te rijden, beter gezegd, we gaan op weg naar Lillehammer. Voor de ouderen onder ons, dit is vooral bekend door de Olympische Winterspelen van 1994.

Maar ook het binnenland van Noorwegen is schitterend, het is een ruig landschap.

Ons eerste doel van vandaag is Dovrefjell National Park (NP). Dit NP ligt verspreid over 3 provincies, is ongeveer 1400 m2 groot en bestaat sinds 1974. Dit gebied is tot NP uitgeroepen om het behoud van de noordelijke alpine ecosystemen. Het NP is een grimmig, ijskoud maar onwaarschijnlijk mooi bergachtig plateau dat het grootste deel van het jaar onder een dik pak sneeuw ligt. Maar het is vooral bekend omdat dit het leefgebied is van de muskusossen.
Ook zou je hier rendieren, veelvraten, adelaars en giervalken moeten kunnen zien. Maar helaas, wij hebben niets gezien van dit alles. Wel een prachtige arctic vos die voor ons op de weg liep. Helaas was ik te laat met het nemen van een foto.

We zijn gestopt in Hjerkinn, hier vind je een prachtig uitkijkpunt over het Dovrefjell NP. Dit ligt erg hoog op ongeveer 1000 meter. Het was dan ook flink koud, zo ongeveer rond de 4 graden. Dus buiten een hemd en trui, deed ik ook een fleecevest met daarover een regenjas aan.

Het uitzichtpunt vond je na een wandeling van 1500 meter, zou zelfs geschikt zijn voor rolstoelen. Nou is 1500 meter lopen in Nederland niet veel, maar hier is dat anders. 1500 meter stijgen, met een koude, gure tegenwind over een grindpad, daar doe je toch al gauw 20-25 minuten over.

Maar het uitzicht was schitterend. Het uitzichtpunt zelf is ook heel bijzonder. Het bestaat uit een cortenstalen buitenkant met binnenin ronde banken van donker hout.

En de voorkant is alleen maar raam. Ook brandde er een open haard, dat was wel fijn met die kou. Dit gebouw is in 2011 winnaar geworden van het World Architecture Festival. We hebben hier dan ook een tijd zitten genieten van het uitzicht, maar helaas, geen rendier of muskusos te zien.

Het valt ons sowieso op dat er weinig wild te zien is ondanks de vele natuur. Ook geen roofvogels die je toch wel zou verwachten boven de velden en meren. Maar misschien is het te koud voor die dieren.

Daarna teruggelopen naar de auto. Onderweg nog wat informatie gelezen over het feit dat hier sinds de 17e eeuw veel mijnbouw is geweest, dit is pas in de jaren ’60 gestopt. De mijn ging 850 meter de diepte in, op het hoogtepunt werkten er meer dan 450 mijnwerkers. Maar uiteindelijk is er besloten om het gebied terug te geven aan de natuur en dat is maar goed ook.

Daarna reden we door langs een ander national park, het Rondane NP. Dit is een hoogvlakte met tien bergtoppen die ruim 2.000 meter boven de zeespiegel uitsteken. De hoogste top, Rondslottet, steekt 2.178 meter boven de zeespiegel uit. De naam betekent ‘het kasteel van Rondane’. In dit park vind je ook één van de laatst overgebleven wilde rendierkuddes van Noorwegen. Het is een paradijs voor wandelaars. Je ziet hier dan ook ontzettend veel campings, in de zomer moet dit een echt toeristengebied zijn. Het is dan ook een prachtige weg die we rijden. De loofbomen hebben mooie herfstkleuren die contrasteren met het bijna lichtgevende rendiermos.

We maken ook even een tussenstop bij uitkijkpunt Sohlbergplassen. De ronde lijnen van dit uitzichtpunt zijn in harmonie met de natuur en het uitzicht is prachtig.


Het is hier ook behoorlijk hoog en dat betekent koud. Op een gegeven moment zitten we ruim boven de 1000 meter en geeft de temperatuur in de auto 2 graden aan. Een heel verschil met het lekkere weer gisteren in Trondheim!

We rijden verder langs schitterende meren, prachtige rivieren en af en toe een waterval. We rijden zelfs een klein stukje door de wolken, een nevel van mist valt op de voorruit. Maar dan gaan we weer dalen, de temperatuur loopt langzaam op naar 9 graden. Rond half vijf komen we aan in Lillehammer, bij Birkebeineren Hotel & Apartments. Het ligt helaas wel wat verder van het centrum vandaag. Maar wel vlak bij de Olympische skischans, we zien het begin van de schans vanuit onze hotelkamer. Lopend naar een restaurantje gaat vanavond helaas niet lukken, dan moeten we weer echt een stuk dalen en na het eten een flink stuk stijgen. En dat zien we geen van beide zitten. We zijn met de auto naar het centrum gegaan en hebben gegeten in restaurant Hvelvet. Dit zit in het voormalige bankgebouw van de Norge Bank. Ons tafeltje stond net voor de ingang van de vroegere kluis. 's Avonds is het mooi verlicht.

Zondag 19 september Trondheim

Trondheim heeft een zeeklimaat, door de ligging aan het water heb je het hele jaar kans op buien. Vooral september en oktober zijn erg nat. De temperaturen in Trondheim zijn gematigd. In de winter vriest het nooit meer dan enkele graden, in de zomer komt het kwik meestal niet boven de 18 graden. Maar de Noorse goden zijn ons erg goed gezind. Vandaag een strakblauwe hemel en in de zon zeker rond de 20 graden. We zullen het wel verdiend hebben, zal ik maar zeggen.

Het is vandaag zondag vandaag en we blijven de hele dag in het centrum van Trondheim. Een goede reden om het vanochtend wat rustig aan te doen. Even lekker wat langer blijven liggen en daarna uitgebreid gaan ontbijten in het hotel. Weer volop keus, al is het in dit hotel wel erg druk.

Daarna weer op pad, lekker lopen. Fijn dat we de auto een dag kunnen laten staan. We beginnen de dag bij Kristiansten Festning. Vanaf de oude brug is het even een steile klim naar boven. Gelukkig maar een kort stukje, daarna gaat de weg geleidelijk aan hoger. Op het steile stuk had je zelfs een fietslift om naar boven te gaan. Je moest met één voet op een rail staan, daar kwam dan een soort van pin omhoog die je naar boven duwde. Klinkt makkelijker dan het was. Je moest ook je fiets nog tussen je benen houden. De eerste die we het zagen doen, ging soepel omhoog maar de tweede kwam nog geen meter ver. Daarna is ze maar verder gaan lopen. Maar het zegt wel iets over hoe steil het stukje was.

Krisiansten Festning is een oud fort dat uitkijkt over de stad. Je hebt vanaf hier dan ook weer een prachtig uitzicht over Trondheim en de Trondheimfjord. Het huidige fort is gebouwd na de grote brand in 1681, de bouw was voltooid in 1685. Het fort beschermde Trondheim tegen de Zweedse verovering in 1718. Tijdens de Tweede wereldoorlog werd het fort door de Nazi’s gebruikt als gevangenis en werden er meerdere Noorse verzetsstrijders geëxecuteerd. Het fort is gratis te bezoeken als de vlag gehesen is.

Het was er best druk, het ligt dan ook in een groot wandelgebied. Er was ook een gezellig koffiebarretje dus we hebben lekker buiten een kop koffie gedronken. Walter nam er een wafel met jam en zure room bij. Echt genieten zo in het zonnetje.

Daarna via de Gamle Bybro (Oude brug) teruggelopen naar de andere kant van de Nidaros rivier. We zijn een stukje langs het water gelopen door een mooi parkachtig gebied. Daar zagen we nog 2 jonge meiden in klederdracht, we hadden vanmorgen al veel meer mensen in klederdracht gezien. Dat zie je hier toch wel vaker, gisteren zagen we ook een heleboel mensen in klederdracht bij een kerk.

Ons volgende doel was de Nidaros Domkirke, gewijd aan de heilige Sint Olav.

De kerk dateert uit 1070 en is het belangrijkste gotische bouwwerk in Noorwegen. Het is tevens de meest noordelijk gelegen gotische kerk van Europa en meteen ook de grootste middeleeuwse kerk van Scandinavië. In de loop der jaren is de kerk meerdere keren bijna volledig afgebrand. In de afgelopen anderhalve eeuw is de kerk opnieuw herbouwd. Vooral de hoofdingang is erg imposant met enorme galerijen met talloze beelden van Bijbelse figuren en Noorse bisschoppen en koningen. De kerk doet nog steeds dienst als kroningskerk voor het Noorse koningskuis.

Als we de kerk binnenkomen, begint net het enorme orgel te spelen. U zijt wellekome, heel indrukwekkend om te horen. Er is nog een dienst aan de gang, het is een katholieke kerk. Na enkele minuten is de dienst afgelopen en kunnen we de hele kerk bezichtigen. Het is echt een prachtige kerk, dat verwacht je hier eigenlijk niet.

We gaan ook de tombe nog even in, hier ligt onder andere Olav II van Noorwegen begraven. Het is er wel druk, iedereen moet dan ook een mondkapje op.


Na het bezoek aan deze prachtige kerk, brengen we ook nog een bezoek aan het museum in het Aartsbisschoppelijk paleis. Een mooi museum waarin veel oude restanten van beelden te zien zijn. Maar ook mooie maquettes van de groei van de kerk en het aartsbisschoppelijk paleis.

Daarna zijn we nog even over de begraafplaats gelopen. Zoals bij alle kerken die we in Noorwegen gezien hebben, ligt er rondom de kerk een begraafplaats. Dat heeft altijd wel een speciale sfeer vind ik, vooral de hele oude graven van rond 1800 vind ik altijd erg mooi.


Daarna vonden we het wel tijd worden voor een lunch. We hebben lekker op een terras een tonijnsandwich op. Het was overal ontzettend druk, iedereen genoot van het lekkere weer. Maar het was al veel later dan we gedacht hadden, we zaten pas rond drie uur te lunchen. Maakt niet uit, we hadden de tijd aan onszelf.

Voordat we naar het hotel teruggingen, zijn we nog even langs Stiftgården gelopen. Dit is het grootste houten paleis van Scandinavië. Het is gebouwd in de late 18e eeuw en is nu de officiële Koninklijke residentie van Trondheim. We kunnen het paleis zelf niet bezoeken, de tuinen zijn wel vrij toegankelijk. Hoewel groot is het niet echt goed onderhouden. De koning zou het wel een likje verf kunnen geven.

Daarna terug naar de hotelkamer om even te relaxen. ’s Avonds lopen we weer terug om lekker te gaan eten. En we zijn niet de enigen, volgens mij gaan de Noren ook graag uit eten. Al is het bij hen wel vaak alleen een hoofdgerecht, ze zijn vrij snel klaar met hun maaltijd.

We overnachten nog één keer bij het Radisson Blu Royal Garden hotel. Morgen vertrekken we naar Lillehammer.

Zaterdag 18 september Kristiansund - Trondheim

We hebben vanmorgen een fantastisch ontbijt in het Scandic Kristiansund. Volop keus van eieren tot worstjes, zalm, makreel, fruit, ontbijtgranen, allerlei beleg en ander lekkers en natuurlijk fantastisch brood. Het brood in Noorwegen is echt heel lekker, stevig, bruin met allerlei zaden. Genieten dus op de vroege ochtend.

We rijden vandaag naar Trondheim maar we maken even een korte omweg. We rijden naar het plaatsje Torjulvågen, hier vind je de kaasmakerij Tingvollost.

Bijna vanuit het niets werd de blauwschimmelkaas Kraftkar van kleine producent Tingvollost de eerste Noorse kaas die in 2016 de World Cheese Awards won. Rond het jaar 2000 mochten Noorse boeren volgens de wet meer producten maken dan alleen de melk die ze aan de nationale zuivelfabriek leverden, zoals kazen gemaakt van rauwe melk. Bijna een eeuw lang was dit niet gangbaar door de angst om niet gepasteuriseerde melk te gebruiken. Noorse melk is echt uniek, vooral melk van koeien die heel de zomer lekker in de bergen lopen en het voedzame wilde gras grazen. Deze melk heet 'stølsmelk' en is smaakvoller dan andere melksoorten. Het is dankzij het bètacaroteengehalte ook geler van kleur.

We hebben deze Kraftkar meerdere keren gehad bij een kaasplankje in restaurants en het is echt een heel lekkere kaas. We hebben bij de kaasmakerij dan ook lekker een stukje gekocht voor bij een glaasje wijn. In Oslo willen we nog wat kopen om mee te nemen naar huis. Nadat de blauwe kaas Kraftkar in 2016 de World Cheese Award (WCA) won, hebben meerdere Noorse kaasmakerijen topprestaties geleverd op internationale wedstrijden. De kaas in Gouda-stijl Fanaost won de WCA in 2018, en datzelfde jaar won de bruine kaas van Stordalen Gardsbruk de zilveren medaille. Laatst hebben we die bruine kaas ook geproefd, dit is een geitenkaas die gekaramelliseerd is. Wij vonden dat geen succes, maar we hebben het wel geprobeerd.

Na dit bezoekje vervolgden we onze weg naar Trondheim. Opnieuw een prachtige tocht langs fjorden, meren, hoge kliffen en door lieflijke dalen. Helaas zijn er weinig plekken om te stoppen om foto’s te maken.

Rond drie uur kwamen we in Trondheim aan. Trondheim is gesticht in 997 en heette tot aan de Middeleeuwen Nidaros. Ooit was Trondheim de hoofdstad van Noorwegen en het centrum van het Vikingrijk. Tegenwoordig is het een gezellige studentenstad, met veel restaurantjes en barretjes. Omdat de winkels morgen gesloten zijn en vanmiddag nog open, zijn we snel op pad gegaan. Ons hotel ligt middenin het centrum, we kunnen de auto lekker laten staan.

Allereerst lopen we naar de Gamle Bybro, de oudste brug van Trondheim over de Nidelva rivier. Langs de rivier vind je prachtige oude pakhuizen, een plaatje om te zien. De eerste brug op deze plek werd gebouwd in 1681, de huidige brug dateert van 1861.

We steken de brug over en komen in Bakklandet, ook wel het oude centrum. De mooie oude houten huizen zijn prachtig gerestaureerd en worden voor een deel nog bewoond door de lokale bevolking en volgens mij ook door studenten. Ook vind je hier weer volop barretjes en galerieën.

Daarna lopen we het moderne centrum in, daar vinden we de meeste winkels. Het is er gezellig druk, Noren schijnen graag te winkelen. En natuurlijk is het droog, licht bewolkt en niet te koud dus ideaal om buiten te zijn. We reserveren meteen restaurants voor vanavond en morgenavond, dan hebben we in ieder geval plek. Het is hier vaak druk met reserveringen vooral op zaterdagavond zit het meeste vol. En veel restaurants zijn zondag gesloten, daar moeten we ook rekening mee houden.

Nu zijn we terug in het hotel, morgen gaan we de stad verder ontdekken. Nu is het tijd voor een wijntje en een lekker stukje Krafkar. Vanavond gaan we eten bij Egon, bij deze keten hebben we in Bergen ook lekker gegeten.

We overnachten vandaag bij Radisson Blu Royal Garden Hotel.