noorwegen-2021.reismee.nl

Vrijdag 17 september Ålesund - Kristiansund

Vandaag hebben we weer een prachtige tocht voor de boeg. En we hebben wederom heel veel geluk met het weer, de vooruitzichten voor vandaag zijn erg goed. We boffen hier echt heel erg mee, het kan in september ook heel ander weer zijn. Nou kunnen we vandaag ook wel goed weer gebruiken, dan zijn de uitzichten toch een stuk mooier.

We gaan vandaag één van de populairste wegen in Noorwegen rijden, namelijk de Atlanterhavsveien, ook wel bekend als de Atlantic Road of Road in the Ocean. Het maakt deel uit van de Fylkesvei 64 en verbindt de eilanden van Averøy tot Vevang en Eide. De Atlanterhavsveien zelf is 8 km lang en laat je letterlijk door de Atlantische oceaan rijden middels 8 bruggen.

Deze prachtige route werd geopend in 1989. De aanleg van de route kende vrij bizarre omstandigheden. In de zes jaar dat men aan het bouwen was, hebben de bouwvakkers 12 orkanen moeten doorstaan. In 2005 werd de weg gekozen tot Noorse bouw van de eeuw. De oceaan is al eeuwenlang van groot belang voor Noorwegen, zowel als transportmiddel maar ook voor bijvoorbeeld industrie en toerisme. In de dorpen vlakbij de Atlantische Oceaan is de visserij al generaties lang van groot beland. De Atlanterhavsveien is dan ook een verbetering voor het vervoeren van goederen voor de visserij.

Maar eerst rijden we nog een prachtig stuk van Ålesund langs fjorden, meren, bergen en schilderachtige dorpjes. We rijden door meerdere tunnels maar maken ook weer een flinke oversteek met een veerboot, deze keer over de Midfjord.

Onze eerste stop is in Bud, een klein plaatsje langs de route. Je vindt hier delen van het kustfort Ergan uit de Tweede Wereldoorlog, vanaf hier heb je een mooi uitzicht over de oceaan en het dorp. Er zou ook nog een museum zijn maar dat was gesloten.

Daarna langs prachtige, rustige en smalle weggetjes langs de kust verder gereden naar Vevang, hier hebben we bij een kleine supermarkt wat broodjes en beleg gekocht.

Iets verderop begint de Atlanterhavsveien maar wij stoppen eerst even op de parkeerplaats bij Hågå, hier eten we in het zonnetje onze lunch. Vanaf de parkeerplaats loopt er een kustpad door heuvels bedekt met heide en kleine meertjes. In één van die meertjes liggen meerdere wit marmeren stukken zuil, dit is een kunstwerk van de Noorse kunstenaar Jan Freuchen.

Je moet ervan houden, het zegt mijn niet veel. Maar het wandelingetje langs de kust was wel mooi. En we hadden ook prachtig uitzicht op de eerste brug, de Vevangstraumenbrug, 119 meter lang en 10 meter hoog.

En dan rijden we de eerste brug op, prachtig om te zien. Gelukkig zijn er hier wel heel veel stopplaatsen zodat we alles goed op de foto en film kunnen vastleggen. De tweede brug is de Hulvågenbrug, dit zijn in totaal 3 kleine bruggen van in totaal 293 meter lang en slechts 4 meter hoog.

En dan volgt de Storsteinsundbrug, de mooiste van allemaal. 260 Meter lang en maar liefst 23 meter hoog. Het is niet alleen de hoogte die deze brug zo bijzonder maakt maar ook de schuine bocht die hij maakt. Deze brug is dan ook het symbool van de Atlanterhavsveien.

Via deze brug komen we op het eilandje Eldhusøya, hier vind je het grootste rustgebied van dit gebied. Delen van het eiland zijn moerasgebied, hier mag je dus niet op lopen. Er is een verhoogd wandelpad gemaakt dat boven het terrein lijkt te zweven. Hierover loop je rondom het eiland, een wandelingetje van ongeveer 20 minuten. Maar wel met schitterende uitzichten over de oceaan. We denken zelfs twee zeehonden te zien maar die waren wel ver weg. Ik heb geprobeerd in te zoomen met de filmcamera, weet nog niet of dat gelukt is.

En dat vervolgen we onze weg over de resterende drie bruggen, de Geitøyasunderbrug, de Store Lauvøysundbrug en de Lille Lauvøysundbrug. We hebben weer ontzettend veel foto’s gemaakt van dit schitterende stuk weg.

Vlak voorbij de bruggen zijn we gestopt bij Bjartmans Favorittkro om een kop koffie te drinken. Blijkt de gastvrouw Nederlandse te zijn en ontzettend vriendelijk. We hebben lekker buiten op het terras gezeten, Walter met een stuk appelcake en vanille-ijs erbij. Echt een ontzettend leuk zaakje.

Daarna onze weg vervolgd naar Kristiansund waar we zouden overnachten. De weg bleef veel mooie uitzichten geven. Zit ik op mijn gemak naar een klein stuwmeertje te kijken aan de rechterkant dat gebruikt wordt als watervoorziening voor het omliggend gebied, gaat Walter opeens vol in de remmen. Steekt er toch opeens een groot hert de weg over, vlak voor onze auto. Een kleiner hert rende langs de linkerkant van de weg. Dat was echt even schrikken maar wel mooi om te zien. Gelukkig zat er geen auto vlak achter ons. Helaas ging alles te snel om een foto te maken.

Aangekomen in Kristiansund waren we verbaasd dat dit zo’n grote stad was, ik had eigenlijk een klein dorp verwacht. We zijn nog even langs de haven gelopen maar het was veel vergane glorie, niet echt een gezellige stad.

Maar we hebben ’s avonds wel ontzettend lekker gegeten bij een Indiaas restaurant, dat was echt genieten.
Daarna weer terug naar ons hotel. We liggen eigenlijk iedere avond redelijk op tijd in bed, de vele indrukken overdag maken je toch moe.

We overnachten in het Scandic Kristiansund.

Donderdag 16 september Ålesund

Vandaag hebben we een dagje rustig aan gedaan, dat is ook wel eens lekker. Nu moet ik wel eerlijk zeggen dat het weer vandaag ook een stuk minder was. Bewolkt en licht regenachtig, Eigenlijk had ik een kanotocht met een gids willen doen, maar dat leek ons met dit weer niet zo’n pretje.

Rond 11 uur zijn we naar het Jugendstilsenteret gegaan, een museum over de grote brand van 1904.

Ålesund ontving haar wapen op 1 april 1898. In het wapen staat een zeilschip, typisch voor de vaartuigen uit de 18e en 19e eeuw en het duidt op het belang van de visserij voor de stad.
Het leven hier ging voorspoedig tot de brand in 1904 die Ålesund bijna helemaal vernielde. Het gerucht gaat dat een koe de aanstichter is geweest van de brand doordat ze een fakkel omtrapte in een schuur. Maar niemand weet precies wat de oorzaak van de brand is geweest. Er stond die nacht in januari 1904 een harde wind en veel gebouwen waren in die tijd gemaakt van onbewerkt hout. Zo kreeg de brand de kans om zich razendsnel te verspreiden en 850 huizen te vernietigen. 10.000 Mensen raakten dakloos. Wonder boven wonder viel er slechts één dode te betreuren, een vrouw die haar brandende huis in was gelopen om haar spullen te redden.

Noorse architecten die in Duitsland waren opgeleid kregen de opdracht om Ålesund weer op te bouwen. Zij inspireerden zich op de Duitse Jugendstil. Je ziet hier dan ook een bonte verzameling van hoge, bakstenen huizen in art-nouveau stijl en huizen die zijn uitgerust met torens en beschilderde voorgevels.

Ålesund is dan ook een unicum onder de Noorse steden. Je vindt hier geen oude houten huizen of moderne betonnen en glazen constructies die je in andere Noorse steden ziet. Hier zijn alle gebouwen redelijk recent, de stad had er drie jaar voor nodig om alles weer op te bouwen.

Het museum zelf zit in de oude apotheek, een prachtig gebouw in Jugendstill.

Er is een “Time Machine” waarmee je teruggaat naar de tijd vlak voor, tijdens en na de brand. Je ziet de verwoesting van de stad maar ook de opbouw. Heel Europa heeft meegeholpen, niet alleen met geld maar ook met kleding, voeding en hulp bij de opbouw.

Als je daarna weer buiten loopt, kijk je toch heel anders naar de gebouwen. Ze lijken wel Duits, maar de versierselen zijn Noors. Veel Vikingtekenen, zoals de drakenkoppen en slangen die je op de Vikingschepen zag.

Daarna zijn we de stad ingelopen om wat te shoppen, kledingzaken zie je hier genoeg. Mooie kleding en hetzelfde geprijsd als bij ons in Nederland. En het is hier uitverkoop, dat is ook altijd leuk. Zelfs kleding die wij als winterkleding zien, zoals truien, zijn hier in de uitverkoop.

We zijn ook nog doorgelopen naar Waldehuset museum, dit is het enige huis van Ålesund dat de brand heeft doorstaan. Het is een schattig wit, houten huisje. Maar helaas, er zat een briefje op de deur waarop stond dat ze ons volgende zomer graag weer van dienst zijn. Hoewel geschreven in het Noors, konden we dat toch wel begrijpen. Het lezen van het Noors gaat best wel redelijk, maar het verstaan is een heel ander verhaal. Ze spreken alles zo anders uit dan wij, en dan die vreemde letters zoals Å, Ø en Æ, daarvan is ons helemaal niet duidelijk hoe je die uitspreekt. Tusen Takk, dat kunnen we wel zeggen. Het betekent “dank je wel” of letterlijk vertaald "duizend maal dank". Maar veel verder komen we niet.

Vandaag lag er wel een heel groot cruiseschip in de haven, die komen eindelijk ook weer naar Noorwegen. We horen van de Noren dat er al ruim een jaar geen cruiseschepen meer zijn gekomen, nu komen er langzaam weer aanvragen binnen. Zo’n schip is wel enorm groot, het steekt ver boven de huizen uit.

En je ziet meteen weer groepen toeristen lopen met een gids, allemaal een kaartje rond de nek. Als we dat zien, zijn wij toch blij dat we voorlopig nog zelf kunnen rondreizen. Misschien als we oud en grijs zijn. Alhoewel grijs, dan begint het voor Walter toch al dichtbij te komen ?

Vanmiddag op de hotelkamer naar de serie Vikings zitten kijken met een lekker Italiaans wijntje. Deze hadden we gelukkig zelf meegenomen, weten we tenminste zeker dat hij lekker is. Vanavond gereserveerd in een visrestaurant, deze schijnt erg goed te zijn. Eigenlijk wilden we weer naar Bro gaan waar we de eerste avond gegeten hadden, maar deze zat de komende dagen al helemaal vol.

Morgen verlaten we Ålesund weer dan zal ik wel weer een uitgebreider verslag hebben. Maar zo’n dagje rust hadden we ook wel even nodig.

Woensdag 15 september Ålesund

Vanmorgen hebben we een beetje rustig aangedaan, we hadden tenslotte de hele dag om door te brengen in Ålesund. Dus eerst maar rustig ontbijten, wat spullen pakken en op stap.

Ons eerste reisdoel van vandaag was de vuurtoren van Alnes, op een klein half uur rijden van ons hotel vandaan. Deze vuurtoren, in het Noors fyr genaamd, ligt op het eiland Godøy. Om hier te komen moesten we over meerdere eilandjes rijden. Deze eilanden zijn bijna allemaal verbonden met kilometers lange tunnels. Deze tunnels gaan ontzettend diep onder een fjord of in dit geval de Atlantische Oceaan door. Vaak rijdt je met een hellingsgraad van ongeveer 8% naar het diepste punt, daar is een klein vlak stuk weg van maximaal 50 meter en dan ga je weer steil omhoog. Gelukkig gingen we ook één keer over een hoge brug, dan heb je tenminste een mooi uitzicht.

En dan krijg je vlak voordat je bij de vuurtoren bent nog een tunnel, eenbaansweg, tegemoetkomend verkeer heeft voorrang, 1,5 km lang met een flinke bocht. Wat nu te doen, zelfs Walter zat te twijfelen. Gelukkig kwamen er een paar Noorse auto’s achter ons aan, deze hebben we voor laten gaan en wij zijn daar achteraan gereden. Toen zagen we ook dat er in de tunnel meerdere plekken waren waar je elkaar kan laten passeren, maar het is toch wel een raar gevoel om zomaar zo’n tunnel in te rijden.

Aan het einde van het eiland vinden we dan de vuurtoren van Alnes. De eerste vuurtoren van Alnes is gebouwd in 1853. De huidige vuurtoren werd enkele tientallen jaren later gebouwd in 1876 en is met een aantal aanpassingen nog steeds in gebruik. In 1982 werd hij geautomatiseerd, hij is nu eigendom van de gemeente Giske. De vuurtoren is volledig gemaakt van hout, net zoals het oude wachtershuis, en heeft een vierkante vorm. Hij is 22,5 meter hoog en heeft een bereik van 16,4 km. We waren iets te vroeg bij de vuurtoren aangekomen, dus we moesten even wachten tot alles openging. Naast de vuurtoren ligt een modern gebouw waar je koffie kan drinken en waar een tentoonstellingsruimte is. Daar zagen we dat Noorwegen bezig is met een tunnel voor schepen te bouwen tussen 2 fjorden, deze moet 37 meter hoog en 25 meter breed worden. Eigenlijk moesten we wachten op de gids, maar hij bleek nergens te vinden. Vandaar dat we uiteindelijk een sleutel kregen zodat we zelf in de vuurtoren naar boven konden gaan. Vanaf boven hadden we een prachtig uitzicht over de omgeving.

Daarna teruggereden naar Ålesund waar we eerst zijn gaan lunchen. Het weer is opnieuw ontzettend goed, volop zon en lekker van temperatuur. We hadden dan ook al snel een gezellig druk terrasje gevonden.

Ons volgende plan, of eigenlijk dat van mij, was naar boven lopen naar een uitzichtpunt op de berg Aksla. Deze berg ligt middenin het centrum van Ålesund en is 189 meter hoog. Vanaf boven heb je een schitterend uitzicht over de stad. Het is wel even een pittig klimmetje, om er te komen moet je een trap op van 418 treden. De trap begint in het stadspark Byparken. We zien hier ook een beeld van de viking Gange-Rolv die in het jaar 911 Normandië stichtte. Hij is de voorvader van Willem de veroveraar die in 1066 Engeland veroverde en dus ook één van de voorvaderen van het Engelse koningshuis.

Het park op zich ziet er prachtig uit, hoge bomen, schaduwrijke paden en natuurlijk een enorme trap. Vol goede moed beginnen we aan de beklimming. Gelukkig staan er veel bankjes om even uit te rusten en te genieten van het uitzicht. Halverwege heb je ook het uitzichtpunt Byrampen, een Titanic-achtig punt gemaakt van glas dat uitkijkt op een plateautje in de vorm van de voorsteven van een schip. Daar moest natuurlijk een foto van gemaakt worden, alleen Leonardo diCaprio ontbreekt helaas.

Dan weer verder klimmen en uiteindelijk komen we boven bij Fjellstua vanwaar we een prachtig uitzicht hebben over Ålesund. Je ziet vanaf hier heel goed dat de stad gebouwd is op verschillende eilanden. Ook zien we in de verte de brug waar we vanmorgen overheen gereden zijn en heel in de verte de vuurtoren van Alnes. In de haven van de stad ligt een groot cruiseschip, die hebben we nog niet veel gezien deze reis. Walter zag ook dat er ook auto’s geparkeerd stonden, we hadden natuurlijk ook gewoon met de auto kunnen gaan maar lopen is veel mooier.

Na even rondgekeken te hebben en natuurlijk veel foto’s gemaakt te hebben, zijn we weer naar beneden gelopen. Net op tijd, er kwam net een bus aanrijden met mensen van het cruiseschip. Gelukkig gaat naar beneden lopen altijd een stuk sneller dan naar boven lopen. Al loop ik liever naar boven, dat is minder zwaar voor mijn knieën.

We hebben nog even wat langs de haven geslenterd. Er lag daar een charterboot, de Mercury uit George Town. Er konden 12 passagiers mee en 12 bemanningsleden. Kosten voor een week 185.000 euro!!! We hebben nog even getwijfeld om een weekje te boeken, maar Walter zijn vakantiedagen van dit jaar zijn helaas op?

Nu even op de hotelkamer wat rusten en werken aan ons verslag. Voor vanavond hebben we alweer een leuk restaurantje gevonden. Je kan hier in Noorwegen erg lekker eten. Natuurlijk veel vis, maar ook lamsvlees, hamburgers, biefstuk. Ze dineren wel veel sneller dan wij gewend zijn, de bestelling staat binnen no-time op tafel. Fijn is dat je overal meteen een kan gratis water krijgt. De koffie die je krijgt is bijna altijd filterkoffie, zwart. Walter moet iedere keer weer om suiker vragen, ook krijg je er geen melk bij. Maar de bediening hier is erg goed, de Noren zijn ontzettend vriendelijk en gastvrij.

Dinsdag 14 september Geiranger - Ålesund

En weer worden we vandaag wakker met een prachtig uitzicht en een blauwe hemel. Wat boffen we tot nu toe ontzettend met het weer. En vooral gisteren en vandaag, met zo’n mooie tocht door de bergen is het heel fijn dat we helder weer hebben.

We vervolgen vandaag onze reis over de route 63, een scenic route van 100 km in Møre og Romsdal tussen Stryn en Åndalsnes via Valldal en Geiranger . De route loopt door enkele van de belangrijkste bezienswaardigheden van Noorwegen, waaronder de weg zelf met 3 iconische haarspeldwegen en een uitstekend panorama van de beroemde Geirangerfjord. Vroeger heette het de "gouden route"; het is uitgeroepen tot één van de 18 nationale scenic routes. Vanwege diepe sneeuw en lawines is het grootste deel van de route alleen beschikbaar van eind mei tot november.

Road 63 loopt door het beroemde fjord- en alpenlandschap van Noorwegen. Er is een verrassende verscheidenheid aan landschappen en klimaten binnen deze relatief korte rit. De kale, besneeuwde hellingen bij de bergpassen vormen een scherp contrast met de vruchtbare valleien en kusten met uitgebreide aardbeien- en fruitproductie, evenals maïs op de vlaktes van Åndalsnes. Van glooiende landbouwgrond langs de Rauma-rivier te midden van de wilde en majestueuze bergen van Romsdalen, langs de diepe Isterdalen-vallei en door de gedurfde Trollstigen-wegenbouw.

We beginnen de route met de Ørnesvegen (Adelaarsweg), dit is het steilste deel tussen Geiranger en Eidsdal. Met zijn 600 meter is dit de laagste van de bergpassen op deze route. Ørnevegen is de naam van de elf haarspeldbochten die de steile, weelderige helling opgaan.

Helemaal bovenaan is het uitzichtpunt Ørnesvingen met zijn eigen ingebouwde waterval. Je hebt vanaf hier een prachtig uitzicht over Geiranger en Homlong. Ook zie je vanaf hier de waterval Syv Søstrene (Zeven zusters). Hier stort het water van de rivier Knivsflåelvane over de rotsen naar beneden in zeven afzonderlijke stromen. Vooral na slecht weer zijn de watervallen ruig en klettert het water in de fjord. In het najaar blijven er vaak maar drie of minder stroompjes over, hij wordt dan ook vaak spottend de Tre Søstrene (drie zusters) genoemd.
Tegenover deze waterval vind je nog een waterval, de Friaren (de minnaar). Volgens de legende flirt de Friaren dagelijks met de zussen en probeert hij ze met zijn ruige waterval een huwelijksaanzoek te doen. Helaas voor hem zijn ze tot nu toe niet onder de indruk.

We vervolgen onze weg naar Eidsval waar we met een veerboot de Storfjord (Grote fjord) oversteken. Nu eerst een kopje koffie en nog wat foto's gemaakt.

De weg hiernaartoe loopt langs een brede vallei rondom een mooi meer naar een vallei die steeds smaller wordt. We vervolgen onze weg en komen bij Gudbrandsjuvet, een 5 meter smalle en 25 meter hoge kloof waar de rivier Valldøla doorheen stroomt. Het is ongeveer even diep onder het wateroppervlak als hoog erboven. Er is een mooi pad aangelegd langs deze kloof zodat we een prachtig zicht hebben op deze mooie waterval. Door het zonlicht in de waterspetters zien we ook 2 regenbogen.

In de 16e eeuw is de kloof vernoemd naar de man Gudbrand die wegliep met een bruid en zichzelf redde van achtervolgers door over de kloof te springen waar deze het smalst is. Gudbrand was vogelvrij en woonde de rest van zijn leven in een stenen hut in een van de zijdalen boven Gudbrandsjuvet. Deze vallei wordt tot op de dag van vandaag Gudbrandsdalen genoemd. Het is niet bekend of hij zijn bruid over de kloof heeft gekregen of niet.

We vervolgen onze weg door de vruchtbare Valldal-vallei. Het is werkelijk weer een prachtige tocht. Uiteindelijk bereiken we het doel van vandaag: de Troltsiggen (trollenladder). Deze weg werd geopend op 31 juli 1936 door koning Haakon VII na bouwtijd van 8 jaar. Trollstigen werd met de hand gebouwd, één team voor elke haarspeldbocht, de naam van het team staat op een bord. Hoewel de weg is ontworpen voor auto’s zijn de haarspeldbochten later iets verbreed om langere bussen mogelijk te maken. De huidige Trollstigen is dan ook grotendeels hetzelfde als in 1936. Toen Trollstigen voltooid was, trokken veel arbeiders verder om de weg naar Dalsnibba aan te leggen, hier zijn we gisteren geweest.

Trolstiggen zelf is 20 km lang met een hellingsgraad van 9% dwars door de ruige bergen. De bergen hebben statige namen zoals Kongen (de koning), Dronningen (de koningin) en Bisschop. Het meest spectaculair zijn de elf haarspeldbochten die langs verschillende watervallen gaan. Het bekendste uitzichtpunt is Trollstigheim. Hier vinden we meerdere platformen vanaf waar we een prachtig uitzicht over de haarspeldbochten hebben. Ook heb je hier een goed zicht op de waterval Stigfossen. Deze waterval stort zich 180 meter naar beneden langs de bergwand. We staan hier wel een half uur van het uitzicht te genieten en maken natuurlijk weer veel te veel foto’s.

Uiteindelijk dalen we af via de haarspeldbochten, wat een prachtige route. Beneden staat het enige verkeersbord ter wereld waar een trol opstaat, deze moet natuurlijk ook op de foto. Vroeger geloofden veel Noren dat het landschap in dit deel van het land door trollen was gecreëerd.

Na al dit natuurgeweld doorgereden naar het dorp Åndalsnes waar we lekker geluncht hebben. Vanuit Åndalsnes rijden we verder langs de Romsdalsfjord. Deze fjord is 94 km lang en is een van de schoonste en meest visrijke fjorden van Noorwegen. Ook hier genieten we weer van de mooie uitzichten. Vooral als we met een hoge brug over de fjord rijden. Dat maak je hier niet vaak mee, meestal rijd je via lange tunnels. Wel fijn is dan dat ik even mijn ogen kan sluiten om een rustmomentje te pakken.

Uiteindelijk komen we aan in Ålesund, onze eindbestemming van vandaag. Je ziet meteen dat we weer in een grotere stad zitten, het is hier heel druk op de weg. Wel fijn dat we vanavond kunnen kiezen uit heel veel restaurantjes om wat te gaan eten. Ons hotel ligt middenin het havencentrum dus alles is op loopafstand. De komende drie nachten blijven we bij First hotel Atlantica.

Maandag 13 september Stryn - Geiranger

Vandaag weer een wondermooie dag gehad. Het begon vanochtend al, we werden wakker met lichte bewolking en een klein zonnetje. Eerst lekker ontbijten in het hotel, tanken aan de overkant en dan weer op pad.

We hadden maar een korte tocht voor de boeg, ongeveer 120 km. Dat lijkt weinig maar vanwege het rustige rijden en de vele fotostops hadden we toch flink wat tijd nodig.

We begonnen met een prachtige tocht langs het Oppstrynsvatnet, een groot meer. We rijden weer door kleine dorpjes met schattige kerken en volgen de oever van dit mooie meer. In de hoogte zien we steeds de gletsjers liggen.

We stoppen weer bij een mooi uitzichtpunt. De weg die we hierna moesten nemen bestond voor zeker driekwart uit tunnels, dat was wel jammer. Maar bij het uitzichtpunt stond een bord met uitleg over de Gamle Strynefellsvegen, een oude weg die we ook konden volgen. We moesten dan wel een redelijke omweg maken maar we hadden vandaag toch tijd genoeg. En van die beslissing hebben we geen spijt gehad!



Soms is de weg zelf de bestemming en dat geldt zeker voor Gamle Strynefjellsvegen. De schilderachtige route van West-Noorwegen naar het oostelijke deel van Zuid-Noorwegen is niet alleen verbluffend mooi, maar is ook aangewezen als beschermde weg. De weg zelf is een mijlpaal en een getuigenis van een meesterwerk van technisch ontwerp uit vervlogen tijden. Gebouwd door handenarbeid aan het eind van de 19e eeuw straalt het een historische aanwezigheid uit. De oude weg biedt imposante contrasten in het landschap: in het oosten ronde vormen met het stempel van de ijstijd en in het westen steile berghellingen.

Wanneer het toerisme steeds belangrijker werd in de landelijke gebieden die grenzen aan de fjorden in de laatste decennia van de 19e eeuw, ontstonden de eerste gedachten aan een weg over Strynefjellet. In 1881 werd daarom het besluit genomen om een weg aan te leggen, en migrerende arbeiders uit Zweden bundelden de lokale krachten om met de zware bouwwerkzaamheden te beginnen. De weg werd voltooid in 1894 en maakt nog steeds de indruk als relatief ongerept. Hier vind je lange rijen wachtstenen en de oude hand gebouwde droogstenen muren langs de weg. Dit zijn de vangrails uit een tijd waarin paarden en karren gebruikelijker waren dan auto's.

Het is werkelijk een prachtige tocht. Heel rustig, we komen enkele toeristen tegen, meer niet. We kunnen dan ook overal stoppen om foto’s te nemen en dat doen we dan ook volop. We komen ook Duitsers tegen die de nacht in een camper hebben doorgebracht in dit prachtige gebied. In Noorwegen mag je op deze plekken vrij kamperen. Wat moet het mooi zijn om ’s ochtends wakker te worden met dat uitzicht. We genieten, iedere bocht brengt weer nieuwe verrassingen. We zien ontzettend veel watervallen, prachtige gletsjermeren met hun mooie blauwe kleur, maar ook een soort van maanlandschap. Wat is dit land ontzettend mooi.


Uiteindelijk komen we bij Grotli waar we weer op de normale weg uitkomen. Vanuit hier rijden we door naar Dalsnibba, een uitzichtpunt over de Geirangerfjord. Dalsnibba is een berg van 1476 hoog. Via haarspeldbochten rijden we naar boven. Bovenop vinden we een weergaloos uitzicht over de fjord maar ook over de gletsjers.

Het is ontzettend mooi hierboven. Wel koud, ongeveer 5 graden maar de zon schijnt volop. We zien de weg afdalen naar Geiranger, daar rijden we straks nog overheen. We drinken hierboven een kop koffie met een prachtig uitzicht op de achtergrond. ’s Zomers moet je hier volgens mij niet komen, dan is het afgeladen met touringcarbussen. Maar nu hadden we alle ruimte om overal te kijken en foto’s te nemen. Het zal zo meteen nog moeilijk voor Walter worden wanneer hij de foto’s van vandaag moet uitzoeken.

Daarna zijn we afgedaald naar Geiranger, dat ging best steil naar beneden, zo’n 10%. Maar ook hier hebben we weer meerdere fotostops gemaakt, vooral van de schitterende watervallen die je overal ziet. Er komt zo ontzettend veel water uit de bergen naar beneden en dat zelfs in september. Hoe mooi moet dat zijn in juni.

Aangekomen in Geiranger zijn we eerst ergens gaan lunchen, ik een kipwrap en Walter een kom soep. We konden nog niet inchecken in het hotel, het was nog iets te vroeg. Daarom zijn we maar een korte wandeling gaan maken, we hadden tenslotte de hele dag in de auto gezeten. Het plaatsje Geiranger stelt ook niet zoveel voor. Er wonen slecht 250 mensen. Jaarlijks wordt het dorp wel door honderdduizenden bezocht maar dat was nu ook niet het geval. Ofwel door corona of door de tijd van het jaar. Dat betekent wel dat de meeste winkels ook dicht zijn.

Vandaar dat we een stuk langs de fjord zijn gelopen naar het gehucht Homlong, een half uurtje lopen. Helaas lag deze kant van de fjord al wel in de schaduw maar het was toch wel lekker om even de benen te strekken. En de Geirangerfjord biedt ons mooie beelden. Deze fjord is slechts 15 km lang. Het is een zijtak van de Sunnylvsfjord die op zijn beurt weer een zijtak is van de Storfjord (Grote fjord). De Geirangerfjord staat sinds 2005 op de UNESCO-lijst. Geirangerfjord is op sommige plekken heel smal met steile rotswanden aan beide zijden. En natuurlijk met spectaculaire watervallen die van grote hoogte naar beneden vallen. Het is een van de meest bekende en toeristische fjorden van Noorwegen.

Teruggekomen in het dorp zag ik nog een mooie waterval. De naam hiervan is Fosseråsa. Langs de waterval loopt een cortenstaal trap met 327 treden. Walter liep niet mee naar boven, hij vond dat hij alweer genoeg gelopen had voor vandaag. Dus ben ik alleen de trap opgeklommen voor een mooie blik op deze indrukwekkende waterval. Hij is niet heel hoog maar wel breed en er stroomt ontzettend veel water doorheen dat eindigt in de fjord.

Daarna was het tijd om naar ons hotel te gaan. We zitten middenin Geiranger en hebben een prachtig uitzicht over de fjord.

We zijn in het hotel gaan eten en hebben om een tafel aan het raam gevraagd om zo lang mogelijk te kunnen genieten van het uitzicht.

Nu zijn we weer terug op de kamer om onze dagelijkse plicht te doen, het schrijven van een verslag en het uitzoeken van de foto’s. Ook voor ons is dit even nagenieten van de dag. Morgen rijden we weer verder, we hopen op weer een dag met dit weer.

We overnachten bij Havila Hotel Geiranger.

Zondag 12 september Aurland - Stryn

We hadden vandaag een reisdag voor de boeg van ongeveer 200 km. Maar voordat we op pad gingen, is Walter eerst nog broodjes bij het bakkertje gaan halen. Gebakken eitje erbij, glaasje jus, wat wil je nog meer. Misschien wat beter weer, we werden vanmorgen wakker met regen en laaghangende bewolking.

Koffers weer ingeladen en rijden maar. We hebben Aurland net verlaten en de eerste tunnel komt alweer in zicht, de Lærdalstunnel. Dit is de langste tunnel ter wereld, ruim 24,5 km lang. Hij is onderdeel van de hoofdroute van de hoofdstad Oslo naar Bergen, de E16, en is tussen 1995 en 2000 aangelegd omdat de oude route van Oslo naar Bergen 's winters vanwege de sneeuw vaak afgesloten was. De aanleg kostte destijds 1050 miljoen NOK. De tunnel is opgedeeld in 4 segmenten van 6 kilometer, gescheiden door 3 grote grotten met blauw licht. Hier is mogelijkheid om te stoppen. Ook zitten er lichte bochten in om bestuurders alert te houden. Nou heb ik het niet zo op tunnels, ik zie liever daglicht, dus eigenlijk is dit niet echt iets voor mij.

Een stukje verder hadden we weer een overtocht met de veerboot, dat vind ik altijd wel weer leuk. Het weer was ondertussen goed opgeklaard, op steeds meer plekken kwam de zon door. Er stonden slechts 7 auto’s op de veerboot, het was nog heel rustig onderweg. Er stond ook een jong Nederlands stel die ongeveer dezelfde route reden als wij, we hebben er even leuk mee staan praten.

Daarna de afslag genomen naar Kaupanger om de staafkerk te bekijken. Een staafkerk is een geheel uit hout opgetrokken kerkgebouw, met een typische bouwstijl die voornamelijk in Scandinavië wordt aangetroffen. Staafkerken zijn ontstaan in de periode waarin het christendom in Scandinavië werd verspreid. De Kaupanger staafkerk is de grootste staafkerk in de provincie Vestland. De bruine, houten kerk is rond 1140 gebouwd en is sinds die tijd in gebruik. Het schip wordt ondersteund door 22 staven (grote draagkolommen), acht aan elk van de langere zijden en drie aan elk van de kortere. De kerk biedt plaats aan ongeveer 125 mensen. Jammer is wel dat de kerk niet open is voor bezoek, ik had graag de binnenkant willen zien. Rondom iedere kerk ligt ook steeds een begraafplaats.

We komen vandaag meerdere kerkjes tegen, ook nieuwere. Ze zien er schattig uit, volledig hout met leuke torentjes.

Ook de dorpjes waar we vandaag doorheen rijden zijn erg leuk om te zien. Alle huizen zijn van hout, meestal wit. Maar je ziet ook wel lichtgrijs, roodbruin en okergeel. Voor de huizen zie je veel wit houten hekjes, tuinen zijn meestal vooral gras. Geen hoge afscheidingen zoals bij ons, iedereen kan bij de ander in de tuin kijken.

Na Kaupanger zijn we doorgereden naar het Norsk Bremuseum, ofwel het Noors gletsjermuseum in Fjærland. Dit ligt vlak bij het Jostedalsbreen National Park. Het was een ontzettend leuk museum.

We hebben allereerst een soort van tijdreis gemaakt over het ontstaan van de aarde, de tijd van de dinosaurussen, de ijstijd en dan door naar de huidige tijd en zelfs de toekomst. Best confronterend om te zien hoe de mens de aarde kapot aan het maken is. Daarna een prachtige film gezien over de gletsjers in het Jostedalsbreen NP, ontzettend indrukwekkend. Deze film was pas enkele weken geleden gemaakt, zo mooi om de gletsjers van zo dichtbij te zien. Het scherm was halfrond, dus het leek niet of je er middenin zat.

Jostedalsbreen NP werd gemaakt om de Jostedalsbreen-gletsjer te beschermen. Die gletsjer bedekt bijna de helft van het park e nis ook de grootste gletsjer op het Europese vasteland. In totaal is de gletsjer 80 km lang en 15 km breed, het ijs is op sommige plekken meer dan 500 meter diep. De gletsjer is waarschijnlijk gevormd rond 500 v.C. In 1750 was er de zogenaamde kleine ijstijd, toen hadden de gletsjers in Noorwegen hun grootste afmeting. Sindsdien krimpen ze, en dat steeds sneller. Na de zomer van 2006 is er binnen een korte tijd 50 meter van de Brikdalsbreen, een zijarm van de Jostdalsbreen, weg gesmolten. Het plateau van de gletsjer bevindt zich op een hoogte van 1600 tot 1900 meter. De hoogste top is de Lodalskåpa (2083 meter). Het laagste punt is de Nigardsbreen, ongeveer 350 meter.

Daarna doorgereden naar Bøyabreen Glacier Parking, vanaf hier was het 5 minuten lopen naar een uitzichtpunt op de gletsjer. Prachtig mooi, die gletsjer bovenop de bergen, verschillende watervallen en een mooi gletsjermeer. Hier heeft het water een prachtig blauwe kleur. We hebben dan ook weer veel te veel foto’s gemaakt. Ook liepen er koeien los rond in dit gebied, ze lagen vlak bij het meer te genieten van de zon. Het was echt heel indrukwekkend om te zien. Ook omdat de zon volop scheen, dat maakt zo’n gletsjer nog veel mooier om te zien.

Na vertrek van de parkeerplaats gingen we meteen weer een tunnel in, deze keer van 7 km. En wat een tegenvaller, toen we eruit kwamen regende het en was het zwaarbewolkt. Dat is toch wel echt Noorwegen, hele snelle wisseling van mooi weer en regen. Maar we reden wel weer door een prachtig gebied, de weg volgende het meer Jølstravatnet. In het plaatsje Skei even snel wat geluncht, dat is het enige wat tegenvalt in Noorwegen, er zijn weinig gezellige zaakjes om een broodje te eten.

Vanuit Skei doorgereden naar het plaatsje Utvik aan het Nordfjord, opnieuw door een prachtig natuurgebied. Het is wel jammer dat er maar weinig plekken zijn om te stoppen, we zien zoveel moois. En als er stopplekken zijn, staan er vaak allerlei bomen voor het uitzicht.

Vanuit Utvik volgen we de Nordfjord helemaal tot aan het einde in het plaatsje Loen. Daar zagen we een afslag naar Kjennedalsbreen, een zijarm van de gletsjer waar we eerder waren geweest. Dat was ongeveer 15 km verderop. Het leek me wel leuk om daar nog even naartoe te gaan. De weg loopt langs het schitterende gletsjermeer Lovatnet. Maar het was niet echt een succes. De weg was ontzettend smal met veel bochten zodat je niet kon zien wat er je tegenmoet kwam. Na ongeveer 10 km zijn we dan ook maar teruggegaan. Wel nog prachtige foto’s gemaakt van het meer, opnieuw weer dat helderblauwe water.


Tenslotte doorgereden naar Stryn, waar we overnachten bij het Stryn Hotel. We hebben een mooie kamer met balkon en uitzicht op de rivier.

Het was helaas wel iets te koud om buiten te zitten, maar we genieten nu nog van het uitzicht in het donker.

We overnachten in Stryn Hotel.

Zaterdag 11 september Flåm

Zoals voorspeld werden we vandaag wakker met flinke bewolking. De regenkans was 97%, gelukkig was het vanmorgen vroeg nog wel droog. We zijn eerst in Aurland gaan ontbijten bij een klein bakkertje. Het was er al flink druk en het rook er zalig naar versgebakken brood en kaneelbroodjes. Daarna zijn we doorgereden naar Flåm, een bekend toeristenplaatsje. Het plaatsje zelf is niet veel aan, vooral hotels, winkels en een enkele eetgelegenheid. De naam Flåm betekent “klein plat gedeelte tussen steile bergen”.

Maar Flåm is vooral bekend door de Flåmbana, een van de mooiste treinreizen ter wereld aldus National Geographic.

Het is de steilste spoorlijn ter wereld, 20 km lang en met een hellingsgraad van 8%. Door de steile beklimming van 0 naar 867 meter boven zeespiegel zijn er twee locomotieven nodig: één vooraan en één achteraan de trein. Iedere wagon heeft ook zijn eigen remsysteem. De trein rijdt ongeveer 30 km per uur, het duurt een uur voordat je boven bent. Om deze spoorlijn te bouwen liep men tegen vele technische en juridische uitdagingen aan. In 1924 werd er eindelijk met de bouw begonnen. De bouw van de spoorlijn van Flåm naar Myrdal was niet eenvoudig: er moesten in totaal 20 tunnels van in totaal 5692 meter worden gebouwd. Achttien van deze tunnels zijn met de hand aangelegd, het kostte een werker een maand om 1 meter rots weg te bikken. De aanleg van de spoorlijn duurde meer dan vijftien jaar en het duurde bijna 70 jaar vanaf de planning tot de voltooiing. In 1940 was de spoorlijn klaar voor gebruik.

Het is een prachtige tocht. We zitten in een vintage treincoupé en genieten van de schitterende uitzichten. Het is gelukkig rustig in de trein zodat we steeds naar beide kanten van de wagon kunnen gaan. Het begin van de tocht gaat door agrarische landschappen, langs het oude centrum van Flåm en langs de oude kerk.

De spoorlijn volgt de rivier Flåmselvi gedurende bijna de hele reis. We zien kleine boerderijen op plekken waarvan je zou denken dat er niemand kan wonen. Bij station Berekvam stopt de trein even. Dit is de enige plek waar het spoor zich splitst in twee banen zodat de treinen elkaar kunnen passeren.

De volgende stop is bij de Kjosfossen, een prachtige waterval. Hier hebben we een korte fotostop van 5 minuten. Je moet hier oppassen voor Huldra, een mythologisch wezen met lang haar en een rode jurk. Daarna rijden we weer verder, de meer onbegaanbare delen van de vallei in. We zien schitterende vergezichten, hoge bergtoppen en indrukwekkende kliffen.

Boven aangekomen hebben we een kwartier voordat de trein weer terugrijdt naar Flåm. Je kan ook met de fiets terug gaan. Dit was in de eerste instantie onze bedoeling maar gezien het slechte weer hebben we dat maar niet gedaan. Maar goed ook, het begon te regenen toen we boven aankwamen. De fietstocht terug lijkt me wel ontzettend mooi, je ziet het fietspad vanuit de trein steeds liggen.

Terug in Flåm zijn we wat gaan lunchen. Om een uur zou het Flåmbana museum opengaan, hier zie je de verhalen achter de bouw van de spoorlijn. Het is gratis toegankelijk en best interessant om te zien. Daarna zijn we een stukje langs het water gaan lopen.

We hadden om drie uur een fjordcruise geboekt naar Gudvangen, stad van de goden. En dat zijn dan natuurlijk de Noorse goden Freya, Odin en Thor.

Flåm ligt aan de Aurlandfjord, dit is een zijtak van de Sognefjord. De Sognefjord is meer dan 200 km lang, het is de langste en diepste fjord van Noorwegen. Het diepste punt is 1300 meter diep, de kliffen langs de fjord rijzen meer dan 1700 meter omhoog. We varen met een prachtige boot uit 2018, de eerste volledig elektrische boot ter wereld. Hij heeft slechts 25 minuten nodig om volledig op te laden. De snelheid is ongeveer 35 km per uur dus we hebben alle tijd om te genieten van een prachtige tocht. Helaas begon het een half uur voor vertrek te regenen en is het niet meer droog geworden. Maar dat maakte eigenlijk helemaal niet uit, het was zo ontzettend mooi.

We varen langs ons appartement in Aurland en zien dit in de verte liggen. Na ongeveer een uur gevaren te hebben, varen we de Nærøfjord in, dit is een zijtak van de Aurlandfjord. De Nærøfjord is met zijn 17 km relatief klein en bovendien erg smal maar zo ontzettend mooi. Op sommige plekken is de fjord slechts 250 meter breed. Het is er prachtig!! Hoge kliffen, omlaag stortende watervallen, her en der houten huisjes. Soms kleine gehuchten aan de rand van het water. Met recht is de Nærøfjord opgenomen in de Unesco Werelderfgoedlijst.

Ondanks de regen hebben we bijna een uur buitengestaan, voorop de boot. Walter met de videocamera en ik met het fototoestel. Ik heb wel meer dan 100 foto’s genomen, ik vond alles even mooi. En die laaghangende bewolking, de flarden mist die je ziet hangen maakt het eigenlijk alleen nog maar mooier. Ook zien we twee keer een zeehond zwemmen, dat maakt het ook leuk.

Na twee uur varen komen we aan in Gudvangen. Van hieruit nemen we de bus terug naar Flåm, ongeveer 20 minuten rijden waarvan we zeker 15 minuten in tunnels zitten. De bus stopt bij de parkeerplaats waar onze auto staat. We rijden terug naar Aurland waar we weer lekker gaan eten bij Vangsgaarden GastroPub, hier hebben we gisteravond ook gegeten. Buiten zag je de bergtoppen verdwijnen in grote mistflarden. De wolken blijven hier ook hangen, er staat geen wind. Nu weer terug in ons appartement. Walter zit naar de formule 1 te kijken, ik ben weer bezig met het verslag. Morgen rijden we weer verder naar onze volgende bestemming. Vannacht slapen we nog een keer bij Winjum Apartments Aurland.


Vrijdag 10 september Bergen - Aurland

Na het ontbijt vanmorgen koffers weer ingepakt, auto ingeladen en navigatie ingesteld. We verlaten Bergen en rijden naar Aurland. We rijden niet rechtstreeks maar maken een omweg langs de Hardangerfjord, dit moet een mooie tocht zijn. En dat is het ook, watervallen, rotspartijen, meren, in mist gehulde bergen, we zien het vandaag allemaal. En steeds weer dat prachtige uitzicht over de fjord.

Na ongeveer drie kwartier rijden komen we bij de Mørkhølsfossen, een waterval die vlak langs de weg ligt. Hier stoppen we even om foto’s te maken. Ondanks dat het al september is, valt er toch nog redelijk veel water naar beneden. Ik vind dat altijd mooi om te zien, de kracht van het water, het geluid en het leven dat erin zit.

We rijden verder en stoppen bij de Steindalsfossen, één van de populairste watervallen in Noorwegen. De Steindalsfossen is ontstaan in 1699 toen de rivier van richting veranderde. Koning Wilhelm II van Duitsland bezocht deze waterval iedere zomer van 1889 tot het begin van de eerste wereldoorlog in 1914.


Hier drinken we eerst een kop koffie, deze had ik nog gemist vanmorgen. Het weer was vandaag weer goed, droog, licht bewolkt en zelfs af en toe een zonnetje. We konden dan ook lekker even buiten onze koffie opdrinken. Daarna doorgelopen naar de waterval. Het water stort hier 50 meter naar beneden en je kan hem van heel dichtbij bekijken. Ook loopt er een pad achter de waterval langs, dankzij een rotsblok blijf je droog terwijl je door een watergordijn heen kijkt.

Op deze momenten vind ik het wel heel fijn dat we buiten het toeristenseizoen hier zijn. Het is overal zalig rustig en je kan op je gemak filmen en fotograferen zonder dat er mensen in de weg lopen.

Daarna doorgereden naar de Hardangerfjord waar we in een klein dorpje lekker zijn gaan lunchen. Een omeletje gaat er altijd wel in. Meteen maar wat boodschappen gedaan, bij ons appartement zit geen ontbijt inbegrepen. En toen zijn we langs de Hardangerfjord gaan rijden, wat was dat prachtig!

De Hardangerfjord is de vijfde grootste fjord ter wereld. Hij is bijna 180 km lang en strekt zich uit van Hardangervidda National Park in het noorden tot aan Haugesund aan de kust van Noorwegen. Hier zijn we enkele dagen geleden ook geweest. Hardangerfjord heeft vele zijarmen die op hun beurt ook weer opsplitsen in kleinere fjorden. Naast de visserij, voornamelijk op zalm, is het toerisme een grote bron van inkomsten voor de regio.

Opvallend langs deze fjord zijn de vele fruitbomen, een groot deel van de Noorse fruitteelt komt uit deze regio. Er wordt hier al sinds de 14e eeuw fruit geteeld, de regio wordt dan ook wel de “Tuin van Noorwegen” genoemd. Wij hebben onderweg ook lekker wat appels en jam gekocht.

We wijden een stuk van de Norwegian Scenic Road, namelijk van Steindalsfossen naar Granvin, een prachtige oude, soms smalle weg die langs de fjord kronkelt. Alleen jammer dat er niet veel plekken om te stoppen zijn, het is dan ook lastig om mooie foto’s te maken. Al denk ik dat het vaak toch niet mooi overkomt op een foto. Maar wij genieten volop.

Vanaf Granvin rijden we het binnenland in richting Aurfjord, ook weer een prachtige weg door kleine dorpjes, langs meren, riviertjes en bergen. We zien in dit gebied ook veel campings maar die zien er niet echt gezellig uit. Caravans hebben allemaal een chalet eraan vast gebouwd en staan hutje mutje op elkaar. Geen boompje te bekennen, wel is de ligging vaak heel mooi. Het rijdt ook heel relaxed in Noorwegen, je mag niet harder dan 80 km/uur en bijna iedereen houdt zich ook aan die snelheid.

Onderweg zagen we meerdere kleine watervallen maar ook nog een behoorlijk grote, de Tvindefossen. Vanuit de auto hebben we hier wat foto’s van gemaakt.

Eind van de middag kwamen we aan in ons appartement in Aurland. We hebben een ruim appartement met twee aparte slaapkamers, ruime woonkamer met keuken en badkamer. Het is simpel ingericht, maar wel schoon. Het uitzicht vanaf ons balkon over de Aurfjord maakt echter alles de moeite waard. We zijn dan ook lekker even op het balkon gaan zitten met een glas wijn om te genieten van het prachtige uitzicht en de rust op het water.

’s Avonds zijn we wat gaan eten in Aurland, dit is een klein dorp met maar 2 zaakjes om wat te eten. Het ene is een hotel, wij zijn naar een pub gegaan waar ze pizza’s en hamburgers hadden. Helaas is het weer omgeslagen, terwijl wij zaten te eten heeft het al geregend. Ook voor morgen zijn de voorspellingen niet goed, we zullen het zien.

We overnachten bij Winjum Apartments Aurland Stegastein.